Hong Sang-soo

18 January, 2018 - 25 February, 2018
CINEMATEK, Brussel

“Some things I come across in every day life sparks curiosity in me. My films are a way for me to unravel these things. […] I start with a very ordinary, banal situation, and this situation usually has something in it that makes me feel strongly. It’s a stereotypical feeling, but very strong. I have this desire to look at it… Perhaps it’s a blind feeling. I put it on the table, and I look at it. I open up, and these pieces surface. They are not related, they conflict with each other. But I try to find a pattern that makes all these pieces fit into one. […] You’re stuck with a certain view for your entire life and only once in a while, you see things differently. I think that’s a great thing. That’s what I try to do.” – Hong Sang-soo

"Sans rien changer, que tout soit différent." Van alle stelregels die Bresson heeft verzameld in zijn Notes sur le cinématographe is deze variant op een bekend historisch axioma ongetwijfeld degene die par excellence toepasselijk is op de films van Hong Sang-soo. Sinds het werk van Bresson hem inspireerde om geduldig zijn eigen weg te banen door het filmlandschap, heeft de Zuid-koreaanse filmmaker zich gedurig toegelegd op het weven van een constant evoluerend netwerk van variaties op dezelfde narratieve thema’s van liefde, verlangen, bedrog en berouw.

In Hong’s bitterzoete sonates, doorgaans samengesteld uit meerdere secties, herhalende figuren en modulerende motieven, is elke relatie of situatie vatbaar voor variabiliteit: er is steeds de mogelijkheid van een andere versie, een andere kans, een andere tijd. Sommige situaties dienen zich aan als herhalingen, terwijl andere uitzicht bieden op een veelheid van verhaallijnen die zich door elkaar of parallel met elkaar bewegen. Elke film bevat verschillende verhalen, maar is ook rijk aan tal van virtuele, nog niet voltooide of reeds vertelde verhalen. Maar ondanks alle narratieve kunstgrepen van ontdubbelen, omvouwen en spiegelen, blinken Hong’s films niet uit door een vertoon van virtuositeit, maar wel door hun bijzondere vorm van “idiotisme.” Zoals Jacques Aumont heeft aangegeven, refereert idiotisme in dit geval niet enkel aan de opeenhoping van banale misverstanden en miskleunen die de personages uiteenlopende richtingen opstuurt, maar bovenal aan de indruk dat alles lijkt te gebeuren zonder reden, zonder causale of rationele orde die bepalend is voor de verhoudingen tussen de personages en hun omgeving, tussen hun heden en hun toekomst. In Hong’s cinematorafisch universum is er geen bijzondere reden waarom de dingen niet anders op hun plaats kunnen vallen.

Van zijn debuut The Day a Pig Fell Into the Well (Daijiga umule pajinnal, 1996) tot The Day After (Geu-hu, 2017), de meest recent van de vier films die hij afgelopen jaar heeft uitgebracht, heeft Hong Sang-soo constant nieuwe richting gegeven aan zijn verkenningen van de willekeur en contingentie van menselijke connecties, door zich een andere stelregel van Bresson eigen te maken: het vinden zonder zoeken. Terwijl de productie van zijn eerste films nog gebaseerd waren op een afgewerkt scenario, heeft hij zijn werkmethode steeds meer gereduceerd en verfijnd tot een al even intuïtief als rigoureus proces van schrijven en filmen. Op de ochtend van elke draaidag schrijft hij de dialogen voor de scènes die hij wil filmen; vervolgens geeft hij zijn acteurs de tijd om hun lijnen te memoriseren, bepaalt hij de camerahoeken en begint te filmen, overwegend gebruik makend van statische long takes die sporadisch worden onderbroken door abrupte zooms. De afwezigheid van een vooraf opgetekend draaiboek en een ontvankelijkheid voor wat er zich op elk moment kan aandienen, laat toe dat concrete alledaagse situaties zich ontplooien in onverwachte patronen van visuele en narratieve elementen, waarbij zelfs de meest triviale gebaren en onbeduidende details zich kunnen ontvouwen tot een web van onbestemde resonanties.

Deze zigzaggende wisselwerking tussen concrete omgeving en abstract constructie staat centraal in Hong Sang-soo’s singuliere cinematografische studie van de dynamiek van herhaling en verschil. Het is ook wat zijn werk, film na film, steeds dichter brengt bij de kunst van cinema zoals het eerder werd beschouwd door Bresson: als een methode van ontdekking.

 

HONG SANG-SOO RETROSPECTIVE
& CARTE BLANCHE 
18.01 > 25.02.2018

Een initiatief van Cinematek en Courtisane, in samenwerking met het Koreaans Cultureel Centrum in Brussel, Sabzian & Cinea. In aanwezigheid van Hong Sang-soo op 18>20.01.

Ter gelegenheid van deze retrospectieve hebben Sabzian, Courtisane en Cinematek een reeks van nieuwe en nieuw vertaalde essays en interviews verzameld in een bescheiden publicatie.