“Andere recente werken zijn samengesteld door het herfotograferen van ‘flicker’ beelden met behulp van een zelfgemaakt systeem, waarin het projectorelement geen shutterblad of grijparm heeft. Dit laat toe om de ‘subjecten’ – de ‘flicker’ beeldsequenties – te observeren als continue filmstrips, met zichtbare ‘sprocket holes’. Er is niet enkel een natuurlijke horizontale en vertikale splitsing van het beeldkader maar ook een mogelijke gelaagdheid van kleurvlakken (wanneer de strips geprojecteerd worden aan een hoge snelheid en geherfotografeerd, zullen de verschillende gekleurde beelden in elkaar beginnen overgaan, wat resulteert in een verscheidenheid van flikkerende kleurstrepen en –vlakken; vele zullen samen in beeld verschijnen, sommige dominant – als fundamentele tonen – andere eromheen of erachter pulserend, als overtonen). De werken die op deze manier zijn gemaakt [zoals Synchronoussoundtracks] zijn in ieder geval complexer dan ik ze heb beschreven: hun beelden ‘bewegen’ immers op verschillende snelheden, bevatten superimposities, beschikken over klankelementen (sync-soundtracks gelinkt aan het tempo waarop de ‘sprocket hole’ beelden passeren), etc.: deze factoren hebben ook een invloed op de totale ‘akkoordtextuur’ van de films.” (Paul Sharits, ‘Hearing: Seeing’)