1 - Assia Djebar - The Nouba of the Women of Mount Chenoua

5 April, 2020 - 11:00
Paddenhoek

Can it be simply by chance that most films created by women give as much importance to sound, to music, to the timbre of voices recorded or captured unawares, as they do to the image itself ? It is as though the screen had to be approached cautiously and be peopled, if need be, with images seen through a look, even a short-sighted, hazy look, but borne on a full, commanding voice, hard as stone but fragile and rich as the human heart.

Assia Djebar (1936 — 2015) werd geboren als Fatima-Zohra Imalayen in het Algerijnse Cherchell in een familie van Berberse origine. Ze was de eerste Algerijnse vrouw die schoolliep aan de École normale supérieure de jeunes filles net buiten Parijs. Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog werkte ze met Frantz Fanon voor de krant El moudjahid, waarvoor ze interviews afnam met Algerijnse vluchtelingen in Tunesië en Marokko. Vervolgens ging ze geschiedenis onderwijzen in Rabat en later Algiers. Tussen haar twintigste en dertigste schreef ze vier romans, maar midden de jaren zestig hield ze op met schrijven in het Frans, de taal van de kolonisator. Ze vond nieuwe manieren voor het benaderen van taal en de wereld van de vrouwen uit haar thuisregio middels het medium van cinema, dat ook haar belangstelling voor gesproken en gezongen klanken aanscherpte. “Ik nam, zonder echt te weten of ik een filmmaker ben, de beslissing om een eerste film te maken in november 1975, op de dag van Pasolini’s dood. Ik was geboeid door zijn band met volkspoëzie en de gesproken dialecten van de regio’s die hij op een bepaalde manier op het scherm heeft doorgegeven.” Voor La Nouba des femmes du Mont Chenoua ging Assia Djebar tussen 1975 en 1977 terug naar de berg Chenoua om te luisteren naar en uiting te geven aan de orale geschiedenissen die er worden overgeleverd door vrouwen die anders het zwijgen worden opgelegd. De film kreeg in 1979 de prijs van de critici op het filmfestival van Venetië, maar werd vijandig ontvangen in Algiers wegens te “persoonlijk” en strijdig met het nationalistische project van het gedekoloniseerde Algerije. In 1980 hervatte ze haar carrière als schrijver met Femmes d’Alger dans leur appartement, een verzameling veelstemmige vrouwenverhalen die uitdrukking geven aan Algerije’s collectieve geheugen. Het boek moest de basis worden voor een film over de stedelijke vrouwen van Algiers, die een tweeluik zou vormen met de andere helft over vrouwen in het rurale hinterland. In plaats daarvan doorzocht ze, voor wat haar laatste film zou worden, La Zerda ou les chants de l’oubli (1978-’82), twee jaar lang archiefbeelden van de Franse kolonisator uit de eerste helft van de twintigste eeuw en verweefde die tot een alternatieve visie op de geschiedenis van de Magreb. Assia Dejbar groeide uit tot een van de belangrijkste figuren binnen de Noord-Afrikaanse literatuur en bleef het belang van de verspreiding van de taal en stem van de vrouw aankaarten, terwijl ze ondertussen zelf vormgaf aan wat ze haar “eigen vorm van feminisme” noemde.

La nouba des femmes du Mont Chenoua (The Nouba of the Women of Mount Chenoua)

Assia Djebar
,
DZ
,
1977
,
16mm
,
115'

This film, in the form of a nouba, is dedicated, posthumously, to Hungarian musician Béla Bartók, who had come to a nearly mute Algeria to study its folk music in 1913; and to Yaminai Oudai, known as Zoulikha, who organised a resistance network in the city of Cherchell and its mountains in 1955 and 1956. She was arrested in the mountains when she was in her forties. Her name was subsequently added to the list of the missing. Lila — the protagonist in this film — could be Zoulikha’s daughter. The six other talking women of Chenoua recount fragments of their lives. The Nouba of the Women is their moment. But the Nouba is also the Nouba of the Andalusian music in its particular rhythmic movements.

La Nouba leent de structuur van de nouba, een vijfdelige traditionele Andalusische muziekvorm, om het verhaal te vertellen van een vrouw die vijftien jaar na de gewelddadige onafhankelijkheidsoorlog terugkeert naar het dorp van haar jeugd. La Nouba des Femmes du Mont Chenoua leest de geschiedenis van haar land in de levensverhalen van vrouwen, wat resulteert in een indringend portret van spreken en zwijgen, herinnering en creatie, en een traditie waar verleden en heden naast elkaar bestaan.

 

Arabic spoken, English soft-titled

Print courtesy of the Centre Algérien de la Cinématographie