Heiny Srour 2 - Leila and the Wolves
“Those of us from the Third World have to reject the idea of film narration based on the nineteenth century bourgeois novel with its commitment to harmony. Our societies have been too lacerated and fractured by colonial power to fit into those neat scenarios. We have enormous gaps in our societies and film has to recognize this.”
Heiny Srour (1945) studeerde sociologie aan de Franse universiteit in haar geboortestad Beiroet (Ecole Supérieure des Lettres) en vervolgens sociale antropologie aan de Sorbonne in Parijs bij de Marxistische socioloog Maxime Rodinson en antropoloog-filmmaker Jean Rouch. In 1969 begon ze een doctoraatsonderzoek naar de positie van Libanese en Arabische vrouwen en werkte ze als journaliste voor het tijdschrift AfricAsia. Ze leerde over de strijd van het Volksfront voor de Bevrijding van de Bezette Arabische Golf, dat in de provincie Dhofar een opstand leidde tegen het door de Britten gesteunde sultanaat van Oman en tegelijkertijd probeerde de vrouwen te bevrijden van hun onderdrukking. Vastbesloten een film te maken over deze beweging, besteedde ze twee jaar aan intensief onderzoek en het zoeken naar de nodige middelen vooraleer te vertrekken naar Dhofar. Vanaf de grens met Jemen doorkruisten Heiny Srour en haar team te voet en onder bombardementen van de Britse luchtmacht meer dan 800 km woestijn en bergen om uiteindelijk het conflictgebied te bereiken en een zeldzaam verslag van deze inmiddels grotendeels vergeten oorlog vast te leggen. Srour voltooide de film, Saat El Tahrir Dakkat, in 1974 en werd er als eerste Arabische vrouw mee geselecteerd voor het filmfestival van Cannes. Ze deed zes jaar over het afwerken van haar volgende film, Leila wal Zi’ab (1984), waarin ze haar onderzoek naar de verborgen geschiedenis van strijdende vrouwen, met name in Palestina en Libanon, voortzette door een esthetisch en politiek ambitieus tableau van geschiedenis, folklore, mythe en archiefmateriaal te weven. In haar woorden: “Waarom zouden vrouwen niet ambitieus mogen zijn? Omdat mannen alleen maar willen dat vrouwen zich uitsluitend bezighouden met vrouwenzaken zoals het huishouden en gezin, willen ze ons in getto’s stoppen. Ik verwerp dit. Wij moeten ons ook bezighouden met publieke zaken en politieke kwesties.” Begin de jaren 1960 zette Heiny Srour in Libanon al een feministische studiegroep op en ze is zich altijd blijven uitspreken over de positie van de vrouw, vooral in de Arabische samenlevingen. Ze heeft uitvoerig geschreven en gesproken over het beeld en de rol van vrouwen in de Arabische cinema en in 1978 schreef ze samen met de Tunesische filmmaker Selma Baccar en de Egyptische filmhistorica Magda Wassef een manifest “voor de zelfexpressie van vrouwen in de cinema.” Tot op vandaag blijft Heiny Srour vol passie actief in de feministische beweging. Meer recent maakte ze een film in Vietnam (Rising Above: Women of Vietnam, 1995) en maakte ze een portret van de Egyptische protestzanger Sheikh Imam (The Singing Sheikh, 1991).
In the presence of Heiny Srour